Zondag Gaudete door ds. Matthy Bijleveld op 16 december 2018
Zondag ‘Gaudete’.
Wij verheugen ons op de viering van de komst van Het Kind.
We weten er al van.
We gaan het opnieuw beleven met elkaar.
Maar is dit verheugen zo maar los verkrijgbaar?
Hoe doe je dat je nu verheugen…?
Wat is er voor nodig om je te kunnen verheugen op het komende kerstfeest
in een wereld waarin er zo veel gebeurt?
Het is feitelijk elk jaar hetzelfde gegeven.
Maar het is ook de mooie kans die we krijgen om met elkaar daarbij stil te staan.
En te bezien hoe we er ieder persoonlijk betekenis aan geven.
Dat is wat anno 2018 de buitenwereld ook van de kerk verwacht, zo staat het in de krant: Rust en zingeving. ‘Verheugt u maar alvast” want we kunnen het zin geven!
Dit komende kerstfeest heeft misschien wel meer zin dan ooit! Hoe krijgen we dat voor het voetlicht?
Gemeente van Christus, zo zeggen we, iedereen hier aanwezig, gelovig of zoekend naar zin en betekenis het leven. Zo vertalen we ons samenzijn nu.
De derde kaas is aangestoken. Nog even en ze branden allemaal. Dan is het bijna zover.
Feest. Deze derde zondag van Advent heet: ‘Verheug je’, Gaudete!
Je verheugen gaat soms wat gemakkelijker dan de andere keer.
Op een bruiloft in de familie.
Een huwelijk van een dochter, zoon, neef of nicht wordt aangekondigd.
Het is een reden om je te verheugen: ‘Leuk, een familiefeest.’
Of ‘Fijn, dat mijn kind de partner heeft gevonden waarmee zij haar leven wil delen.’
De hele familie is uitgenodigd.
Bij Kerst is het hetzelfde: de hele familie is uitgenodigd.
Je op iets verheugen, een feest, een uitstapje of gewoon het kopen van een nieuwe jas
of wat het ook is is vreugdevol als je iets kunt doen of kopen waarop je je allang je zinnen hebt gezet.
Soms beseffen wij misschien te weinig dat er momenteel zelfs dichtbij mensen zijn die zich een klein plezier nauwelijks kunnen permiteren.
Die zien allen op hun tv al de overdaad voorbij trekken. Dat zal toch ook een moeilijk gevoel geven.
Maar mensen zijn soms bewonderenswaardig in hun eenvoudig genieten van kleine dingen.
Een verhaal uit mijn ervaring:
We hadden eens op een verpleegafdeling in Revalidatiecentrum Beatrixoord
voor Kerst een koffiebijeenkomst. We praatten over de komende feestdagen.
Ik vroeg hen wie er zin in Kerst had.
Er kwamen niet veel reacties. Ik vroeg door. Dat is mijn taak.
Uit de antwoorden kwam naar voren dat veel mensen zin in Kerst hadden
en er tegelijk tegen op zagen.
Nu, het is gezellig om bij elkaar te zijn, om elkaar te zien en te spreken.
Samen genieten van lekker eten, een drankje erbij.
De andere kant was dat iedereen zich ook met hen, als patient, ging bemoeien.
Ze zagen op tegen ongevraagde adviezen over hun gezondheid.
‘Ga nu maar even rusten.’
‘De dokter zegt dat je vanwege je medicijnen moet oppassen met drank.’
‘Eet nog wat’, krijgen mensen, die te mager zijn, te horen van bezorgde familieleden.
En zo meer. Ik vroeg hen ‘hoe ze wel graag behandeld willen worden?’
De meesten antwoordden dat ze hun familieleden zouden willen vertellen
dat zij hun zorg en meeleven op prijs stellen, maar dat ze zelf graag de regie over hun gezondheid en leven willen houden.
Als je op zo’n manier elkaar duidelijk kunt maken hoe je behandeld wilt worden
en gerespecteerd geeft dat opluchting.
En verhoogt het vast de zin in het feest.
(…)
Het is mooi dat op deze zondag het verheugen aan de orde wordt gesteld.
Nieuwe waarheden zijn het allemaal niet.
Soms heb je ook moeite met het komende feest.
Er is gedoe in de familie en hoe moet je dan met elkaar feestvieren?
Er bestaat een methode om daar zonder al te veel angst naar te kijken. Het heet contextuele therapie.
Therapie is een woord waar we soms jeuk van krijgen, want overal is tegenwoordig een therapie voor.
Maar het is net als met je fiets… als er iets kapot is ga je naar de fietsmaker
en die heeft een therapie.
Ik kan het weten want mijn vader was beroemdste fietsenmaker van het Westerkwartier.
Voor familie is er ook een behandeling waarbij ieder gezinslid de gelegenheid krijgt te vertellen hoe je vroeger als kind de band met je ouders hebt ervaren.
Er zijn twee spelregels:
1. je moet de ander uit laten praten en
2. je mag niet zeggen: ‘zo was het niet.’
Iedereen vertelt dus zijn eigen verhaal. Je hoort dingen van elkaar die je nooit eerder had gehoord.
Dat vergroot het respect voor elkaar.
Aan het eind van zo’n familiegesprek, waar ik ooit bij was, vroeg de mevrouw die het leidde:
‘Wat doen we? Maken we een vervolgafspraak of laten we het bij dit ene gesprek?’
De oudste broer, altijd al de grapjas in huis en voor wie dit een spannende bijeenkomst was, zei: ‘Dat hoeft niet hoor, mevrouw, de volgende keer gaan we wel met elkaar naar het café !!.’… Dat kan ook.
Ga met elkaar naar het café en stel het aan de orde en laat iedereen uitpraten.
Je kunt er altijd nog het jouwe van denken. Maar het leidt tot begrip. Zoveel is zeker.
Het heeft mij geleerd dat een goede voorbereiding van een feest kan helpen
aan het vergroten van de feestvreugde.
Een goede voorbereiding in materiële zin gaat over de juiste boodschappen
in huis halen.
Een goede voorbereiding in geestelijke zin gaat over het uit de wegruimen
van obstakels.
Is er iemand met wie je nog een appeltje te schillen hebt?
Ga voor het feest naar hem of haar toe. Praat met elkaar.
Je hoeft niet direct de beste vrienden te worden, maar gewoon eens praten haalt soms al de kou uit de lucht. Het draagt bij aan het verheugen op het feest.
Net als in gewone familie zijn we in de kerk ook op elkaar aangewezen.
De kerk is ons geestelijke dak boven ons hoofd.
Allemaal verschillende mensen bij elkaar.
Vanaf het begin van de kerk is dat niet anders geweest.
Lees de geschiedenis van de eerste gemeenten in het boek Handelingen.
Wij zijn een gezin in geestelijke zin.
Met dezelfde aardige dingen als in een gewoon gezin.
En ook met bijbehorende onhebbelijkheden.
Paulus schrijft er heel beeldend over.
Het is de Geest die ons ieder onze gaven en mogelijkheden geeft.
De een is handig, de ander wijs, de een kan genezen, de ander kent z’n talen of weet veel.
Maar we kunnen elkaar ook tot struikelen brengen.
Alle ledematen doen er toe.
Het hoofd kan niet zonder de hand, de oren niet zonder de ogen, de voeten.
Het gaat niet om de afzonderlijke ledematen, maar om het lichaam als geheel.
Alle delen vormen samen het ene lichaam van Christus.
Wat dat ook precies betekent.
Want dat is niet zo duidelijk.
Wat wel helder is is dat we een geheel vormen; een gemeenschap waarin we met elkaar proberen ons te laten inspireren door de boodschap die met Jezus in de wereld kwam.
En waaraan wij al struikelend en weer opstaand handen en voeten aan proberen te geven.
… Als Johannes de Doper zich in de gevangenis vertwijfelt afvraagt of Jezus de komende is of dat we een ander moeten verwachten, stuurt hij zijn leerlingen met deze vraag naar Jezus.
Johannes die eerst zelf degene was die de mensen verkondigde dat degene die na hem zou komen degene is op wie de mensen hopen.
Over deze komende zei Johannes eerder: ‘Van degene die na mij komt ben ik nog niet waard om zijn schoenriem vast te maken…’ En nu weet Johannes het niet meer.
Zo kan dat gaan met gelovige mensen, zo gaat dat ook met ons.
Het ene moment geloof je en hoop je tegen beter weten in en een tijd later lijkt God,
het geloof zo ver weg dat het is alsof het allemaal een verzinsel is,
een zinsbegoocheling…
Jezus geeft de leerlingen van Johannes antwoord.
‘Vertel Johannes wat je ziet, waar je van opkijkt:
blinden kijken opnieuw en lammen wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven horen,
doden worden opgewekt en aan armen wordt goeds aangekondigd; en zalig is hij die één met mij
niet tot struikeling gebracht wordt!’
In welk verband we elkaar ook ontmoeten: we moeten elkaar niet laten struikelen.
Maar elkaar helpen op weg te blijven.
Het leven is onderweg zijn. In beweging blijven.
Eén zijn met Jezus, wat dat betekent daar zoeken we misschien wel een heel leven naar.
Maar het raakt aan het ene lichaam van Christus.
Iedereen hoort erbij, er is niemand de belangrijkste.
Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn, maar je praat wel met elkaar.
In tegenstelling tot de wereld van de Sociale Media zijn we het er in de kerk over eens
dat we het op een fatsoenlijke manier met elkaar oneens kunnen zijn.
We praten met elkaar.
En soms praten we dingen uit, bijvoorbeeld om samen oprecht feest te kunnen vieren.
We horen als christenen nl. allemaal tot het ene lichaam van Christus.
Samen zoeken we uit wat dit voor onszelf, ons dorp, onze wereld kan betekenen.
Hoe wij het Licht in onze wereld kunnen voeden. Hoe wij zoutend zout zijn.
Wij verheugen ons in ons geloof en op het komende kerstfeest!
Amen.
Liturgie
Kloosterkerk 16 december 2018
‘Gaudete’, 3e zondag van Advent
Voorganger: Matthy Bijleveld
Organist: Heerko Koops
M.m.v.: Veel kerkvrijwilligers
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Moment van stilte
Wie kan staan gaat staan
Inleidende woorden, ontsteken van drie kaarsen
Openingslied : lied 1005 –Zoekend naar licht, 1, 2 & 4 (Bertus begeleidt ons op piano)
Groet en bemoediging
Voorganger: De Eeuwige zal bij U zijn
Allen: EN GODS’ GEEST ZAL U NABIJ ZIJN
Voorganger: Ons geloof en vertrouwen is in de naam van God
Allen: DIE VERBONDEN IS MET HEMEL EN AARDE
Voorganger: Die was, Die is en Die zal zijn
Allen: VAN EEUWIGHEID TOT EEUWIGHEID, AMEN
Drempelgebed
Zingen: Psalm 85, vers 1 (Liedboek) en
vers 2 van Psalm 85 in het Gronings:
Mooi is t ons as God van vrede sprekt,
veur elk en ain, dij mit zienzunde brekt,
veur t haile volk, as t leeft oet zien verbond.
Gods heerlekhaid gaait haile wereld rond,
goudhaid en traauw, zai langen nkander haand,
en recht en vrede stoan ien ain verbaand,
oet grond schut woarhaid weer vannijs omhoog,
gerechteghaid kikt deel van hemelboog.
Gebed om ontferming, het gebed wordt besloten met:
Kyrielied: 463-Licht in onze ogen
Moment van Stilte
Gebed bij de opening van de bijbel
Evangelie lezing: Matteus 11, 2-11
Zingen: 538, 1 & 2-Een mens te zijn op aarde
Tweede lezing 1 Korintiërs 12, 4-27
Zingen: lied 538, 3 & 4
Overweging
Orgelmeditatie
Zingen: 600, 1, 4 & 5-Licht, ontloken aan het duister
Dankgebed, voorbeden, stil gebed,
gezongen ‘Onze Vader’, piano: Bertus, Lizette zingt het en wij neuriën of zingen met haar mee:
Onze Vader verborgen
Uw naam worde zichtbaar in ons
Uw koninkrijk kome op aarde
Uw wil geschiede, een wereld
Met bomen tot aan de hemel,
Waar water schoonheid, en brood
Gerechtigheid is, en genade –
Waar vrede niet hoeft bevochten
Waar troost en vergeving is
En mensen spreken als mensen
Waar kinderen helder en jong zijn,
Dieren niet worden gepijnigd
Nooit één mens meer gemarteld,
Niet één mens meer geknecht –
Doof de hel in ons hoofd
Leg uw woord op ons hart
Breek het ijzer met handen
Breek de macht van het kwaad.
Van U is de toekomst
Kome wat komt…
Inzameling van de gaven
Slotlied: 444-Nu daagt het in het Oosten
Wegzending en zegen (tekst: Frans Cromphout s.j.)
Moge de weg je zeggen: volg me maar.
Moge de ster je zeggen: richt je vaart op mij.
Moge de grond je zeggen: bezaai me.
Moge het water je zeggen: drink me.
Moge het vuur je zeggen: warm je.
Moge de boom je zeggen: schuil maar in mijn schaduw.
Moge de vrucht je zeggen: pluk me, eet me.
En als je de weg kwijtraakt,
geen vaste grond meer vindt,
en dreigt te verdrinken,
als het vuur gedoofd is
en je kou lijdt
in een nacht zonder sterren
als de bomen kaal zijn
en je honger en dorst hebt,
dan moge de Stem je zeggen:
wees niet bang. ‘Ik zal er zijn.’
Gezongen: Amen.