Welkom » Overdenkingen » ‘Van U (u) is de toekomst’ door ds. Melle Leffers op startzondag 12 september 2021

‘Van U (u) is de toekomst’ door ds. Melle Leffers op startzondag 12 september 2021

Lezing: Marcus 4:26-32

 

‘Van U is de toekomst’. Dat thema wordt ons door de landelijke kerk aangereikt. Van U! Heel nadrukkelijk met een hoofdletter!
Dat roept vragen op. Juist op een startzondag. Zo’n dag heeft toch iets van ‘klaar voor de start: af!’ De mouwen opstropen en gaan!
En wat betekent dan: van U (met een hoofdletter) is de toekomst? Het klinkt zo passief. Alsof het niet uitmaakt wat WIJ doen. Moeten we er geen kleine letter van maken? Van u, van jou, van mij is de toekomst!? Past dat niet beter bij ons levensgevoel? Vraagt onze tijd niet dat wijzelf de handen uit de mouwen steken? Dat we verantwoordelijkheid nemen met het oog op de problemen van deze tijd? We komen uit een grote (corona)crisis of zitten er nog middenin. Er is verdeeldheid in de samenleving. Het vertrouwen in de politiek is tanende. Er is een vluchtelingencrisis, een klimaatcrisis. Daarnaast is er de persoonlijke zorg in levens van mensen. Zorgen ook over kerk zijn vandaag, en niet alleen hier in Ter Apel. We worden kleiner, we worden ouder. Vrijwilligers zijn niet gemakkelijk te vinden. Er zijn vragen: hoe houden we de boel aan de gang? Hoe blijven we enthousiast? Hoe geven we handen en voeten aan onze ambitie kerk te willen zijn in het dorp? Inderdaad: moeten we er geen kleine letter van maken? Van u, van jou, van mij is de toekomst?

Tegelijk is het misschien ook goed om ons te realiseren dat de toekomst, ook die van de kerk, niet ‘maakbaar’ is. Er gebeurt zoveel dat we zelf niet in de hand hebben. Waarover we de controle niet kunnen uitoefenen. Dat proberen we soms wel krampachtig en uit alle macht. Binnen die context kan het ook anders klinken: ‘aan U (met een hoofdletter) is de toekomst’. Daarin zit iets van overgave… van loslaten… Het is een uitspraak die je vertrouwen mag voeden. Die je wat ontspannener kan maken. Die de kramp waarin we soms schieten wat kan weghalen. Zo’n uitspraak helpt je, jezelf en wat jij doet, een beetje te relativeren. Het hangt allemaal niet van mij af en zeker niet van mij persoonlijk. Voor veel werkers in de kerk mag dat een troostende gedachte zijn. Een gedachte die ruimte geeft en rust.
Mooi is het verhaal over paus Johannes Paulus XXIII. Van hem wordt gezegd dat hij slapeloze nachten zou hebben gehad van de kerk. Maar na een aantal van die nachten is hij er klaar mee. Hij draait zich om en bidt: ‘Heer, het is uw kerk, ik ga nu slapen’! Zoiets bedoel ik.

Ik gun mijzelf en alle kerkenraadsleden, degene die al een tijdje meelopen en Gretha en Jan die er net aan beginnen, maar ook u als gemeentelid die combinatie van betrokkenheid én ontspanning. Soms inderdaad de mouwen opstropen, doen wat we kunnen doen, maar soms ook de dingen wat kunnen loslaten… de nadruk leggen op ‘open handen’, op wat je van Godswege mag ontvangen. Zo houd je het vol. Zo houd je er zin in. Zo blijft het plezierig. Wég uit de onverschilligheid dus… maar ook weg uit de kramp. ‘Als ik wist dat morgen de wereld vergaat, plant ik vandaag nog een appelboompje’, zei Luther. Die houding. Dat ontspant.

‘Van U is de toekomst’… Jezus leerde ons bidden: ‘Uw koninkrijk kome…’ Maar dat bidden wij nu al 2000 jaar! Maar heeft dat nog zin ? Wat we zien is oorlog, honger, geweld. Bomaanslagen iedere dag. Drama’s in gezinnen. ‘Dat Koninkrijk van U, wordt dat nog wat’?, schampert Gerard Reve in zijn gedicht Graf te Blauwhuis, waar hij de dood van een jonge jongen, een kind nog, beschrijft. Juist dat maakt het geloof in Gods koninkrijk zo kwetsbaar en breekbaar. We moeten het als het ware elke dag weer veroveren op de kille werkelijkheid van kranten en journaals.
In Jezus’ tijd zal dat niet veel anders zijn geweest. Hoe zit dat met het koninkrijk, vroegen ook eens de leerlingen. Kómt het nou nog eens? En toen zei Jezus: ‘Het koningschap van God komt niet zo, dat het te berekenen is, of dat je kunt zeggen: hier is het of daar! Want het koningschap van God is bíj u!’. Het is er al! Het is midden onder jullie! Maar je moet het ook kunnen zien. Willen zien! Daarover gaan al die zogenaamde wonderverhalen over ‘blinden’ die weer leren zien waar het echt om gaat in het leven. Jezus vertelt erover in gelijkenissen, in beeldverhalen.
‘Het Koninkrijk van God is als een mens die zaad uitstrooit op de aarde’. Handenvol zaad. Vervolgens gaat hij gewoon slapen en staat hij weer op. Dag in dag uit. En het zaad komt op en het groeit zonder dat die mens zelf weet hoe. Het gaat ‘vanzelf’. Wie gelooft, zal misschien zeggen: God doet het. God laat het zaad groeien! Maar hoe dan ook – de ZAAIER kan weinig meer doen dan wachten tot de oogsttijd, zo lijkt het. Natuurlijk, hij zal geregeld kijken hoe het gewas erbij staat. Wat onkruid weghalen. Water geven als het droog wordt. Wat bijmesten. Maar voor de rest is hij afhankelijk van de groeikracht van het zaad. Van het geheim van het leven dat zich buiten hem om voltrekt. Op het wezenlijke –het groeien zelf-  heeft hij geen invloed. Dat heeft hij niet in de hand. Het wezenlijke wordt hem gegeven.  En weer denk je dan: maar maakt het dan helemaal niet uit wat WIJ doen of laten? Ja, natuurlijk wel! Dat maakt een hele hoop uit! Het leven kan er een stuk mooier van worden! Menselijker,  warmer, eerlijker, feestelijker! Alleen: het koninkrijk zélf, Gods nieuwe wereld stichten we er niet mee! Het is hooguit zien – soms even. Het zijn flitsen, fragmenten. ‘Een glimp van de zon, een groene twijg in de winter’. Maar zo wordt het koninkrijk voor ons geloofwaardig. Zo worden wij mensen van God.

Je kunt het ook anders bekijken. Gelukkig hangt het Koninkrijk niet van ons af! Stel je voor dat het wél van ons zou afhangen! Van ménsen met al hun verschillende ideeën en inzichten en belangen. Mensen die zo vaak opgaan in hun eigen koninkrijkjes! Dat zou niet goed komen. Daar komt bij: er zijn dingen die door ons met geen mogelijkheid weer recht te trekken zijn. Het verlies van iemand aan de dood kunnen we nooit goedmaken. En soms is leed van mensen zó hartverscheurend dat tranen niet gedroogd kunnen worden. Dan is het goed te vertrouwen op die Ene, aan wie geen traan ontsnapt. Voor wie het lijden niet het laatste woord heeft. Voor wie er altijd een verder is. Zelfs door de diepten van de dood heen.

Maar een mens kan wél doen wat een boer kan doen. Zaaien, kijken hoe het gewas erbij staat en doen wat nodig is: schoffelen, wieden, aanharken, water geven… Dát kunnen mensen doen. Jezus bezaaide de aarde met woorden en wonderen van liefde en hoop! Waar hij kwam, leefden mensen weer op. Moedelozen konden weer verder. Blinden zagen er weer een gat in. Doven konden hun oren niet geloven. Wie honger had kreeg te eten. Wie was kromgegroeid, richtte hij op. Het blijken vooral de kleine dingen te zijn die het hem doen! Want, zo zegt Jezus, ‘het zaad van het Koninkrijk lijkt op het zaadje van een mosterdplant’. Het kleinste van alle zaden! Maar eenmaal gezaaid, wordt het een plant die wel een hoogte kan bereiken van 3 meter! En de stengel is zo sterk, dat hij zich vertakt in alle richtingen. Zodat de vogels in zijn schaduw kunnen nestelen.

Als wij tussen zaaien en oogsten ook iets willen doen, dan zijn het wellicht ook de kleine dingen die het hem doen. Een stukje verantwoordelijkheid meedragen. Een hand op iemands schouder.  Een bemoedigend woord. Een vriendelijke knik. Een goed gesprek. Een verrassend initiatief.
Ach, dat zijn zo van die dingen, klein, maar zo betekenisvol voor een ander. En nee, het is misschien allemaal niet nódig om dat te doen. Maar je kunt het je toch ook niet voorstellen dat we alleen maar zéggen ‘Aan U (met een hoofdletter) is de toekomst’. Of dat we alleen maar bídden: ‘Uw Koninkrijk kome…’ En verder niets!? Dat is toch onvoorstelbaar!
Als wij bidden om Gods toekomst, dan is dat toch ook dit gebed:
‘Kom zelf in ons leven Eeuwige, en raak ons aan! Wees zo aanwezig dat er wat gaat veranderen bij ons, hier en nu. Dat wij er andere mensen van worden.
Geef ons de kracht en de creativiteit om ons in te zetten,
de moed om te veranderen wat we kunnen,
de wijsheid om te accepteren wat we niet kúnnen veranderen
én het vertrouwen dat uiteindelijk aan U de toekomst is’.

Dan kunnen er dingen gebeuren. Mooie dingen. Verrassende dingen, waardoor Gods licht in mensen doorbreekt. Waardoor je merkt: De toekomst is al gaande…