Overweging op Witte Donderdag door ds. Matthy Bijleveld op 29 maart 2018
Korte overweging bij het Evangelie naar Johannes 13 & 14
Het verhaal van Jezus. Op zoveel manieren wordt het aan ons gepresenteerd. Het begint bij het verhaal van mensen die met elkaar gaan eten. Jezus aan een lange tafel met 12 volgelingen. Eten op een speciaal ogenblik. Wij doen dat ook. Eten bij een familiebijeenkomst, een huwelijk, eten bij een afscheid van het werk, eten met elkaar op hoogtijdagen. Soms geweldig, als het spontaan is. Soms is het een ramp als het verplicht is. Dan is het de kunst om het gezellig te houden. Iedereen zit er op zijn eigen manier bij. Sommigen zijn stil, anderen hebben het hoogste woord. In dit geval ook. Het wordt geen gezellige bijeenkomst voor Jezus en ook niet voor Judas. De spontane Petrus hangt de grappenmaker uit en komt overal mee weg. Zo iemand is er ook altijd bij.
Vlak voor het feest van Pesach houden Jezus en zijn leerlingen een maaltijd. Het is een intieme sfeer. Jezus zegt dat hij hen lief heeft. De liefde van Jezus is voelbaar dat maakt samenzijn bijzonder. Toch hangt er ook iets anders in de lucht.
Jezus staat op een ontdoet zich van zijn bovenkleed en legt een linnendoek om zijn middel. Doet water in een kom en begint met het wassen van de voeten van zijn vrienden. Een intiem gebeuren.
Twee jaar geleden maakte ik het echt mee. In de ronde zaal van het ziekenhuis van het UMCG, waar we bij elkaar waren op Witte donderdag. De voorganger vroeg: “Wie van u mag ik de voeten wassen?”Voor ik het wist werden mijn voeten gewassen. Ik had niet eens mijn vinger opgestoken. Het was een vreemde ervaring. In een kerkdienst, de sokken en schoenen uit en de pastor op zijn knieën voor me. Voor ons beiden een gedenkwaardig moment.
U kunt zich dat hier als het ware op dit moment natuurlijk echt voorstellen, hoe apart het zou zijn als iemand het werkelijk deed. Iets aan de lijve ervaren is anders dan er over horen. Een mens leeft een rijker leven met het werkelijk voelen van situaties.
Als je bij mij wilt horen moet je net doen zo als ik jullie nu heb voorgedaan. Was elkaar de voeten, durf voor elkaar door de knieën te gaan. Als je degene bent van wie de voeten worden gewassen vraagt dat om overgave. Durf je je aan iemand over te geven?
Petrus heeft er moeite mee. “Nee, dat nooit, zegt hij, als Jezus bij hem komt om zijn voeten te wassen…Het moet niet, als je blieft, niet te dicht bij komen, houd afstand. De hoogste moet hoog blijven en de laagste laag. Dan zegt Jezus dat als hij zo blijft denken hij er niet bij kan horen. Haha Petrus is een komische en vertederende persoon, wast u mij dan maar van top tot teen, zo graag wil ik bij u horen.
Hij kijkt Jezus olijk aan. Het is de juiste kwinkslag om de gespannen sfeer te doorbreken.
Onderwijl kijkt Judas toe. Hij is de stille. Degene die te ingewikkeld in elkaar zit om een kwinkslag te kunnen maken. Die vrijheid heeft hij van binnen niet. Zo onrechtvaardig is het leven. Niemand heeft zichzelf gemaakt. De een heeft meer geluk met zijn eigen aard dan een ander.
In Judas is een zielenstrijd aan de gang.
Jezus noemt het liefhebben van zijn persoon. Dat is noodzakelijk om het leven te vinden.
Om zogezegd door het leven te worden liefgehad. Judas herkent dat niet als iets uit zijn eigen ervaring, dat het leven hem liefheeft.
Een persoon lief hebben betekent zijn of haar gedrag herkennen, precies aanvoelen wat het betekent,
de woorden die er gesproken worden kunnen begrijpen en voorzien van gevoel.
Wij houden van de persoon Jezus om wat hij is en om wat hij zegt.
Zijn Bergrede is voor ons de toespraak aller toespraken. Zoals die ooit herhaald is met ‘I have a dream’ van Martin Luther King.
Voor veel discipelen zal het echt gegolden hebben, zij hielden van deze man. Ze waren dag en nacht bij hem. Alleen Judas is dat niet gelukt.
Dit is het drama van onze werkelijkheid.
Sommige mensen lukt het niet. Daaruit ontstaat boosaardigheid. Want voor sommige mensen is het moeilijk te accepteren dat er liefde is voor hen. Zelfs als het er is, zien ze het niet of kunnen ze het niet ontvangen.
Pas als we begrijpen hoe dit principe werkt, kunnen we de boodschap van Jezus echt toepassen op iedereen. Judas wilde Jezus misschien helemaal niet verraden, maar hij deed het toch. Petrus verraadde Jezus ook, maar hij kwam er mee weg.
Het verhaal van deze drie personen; Jezus, Judas en Petrus geeft precies weer hoe het leven in elkaar zit. Namelijk noodlottig.
Daar tegenover staat nog altijd de persoon die bereid is de ander de voeten te wassen.
Die iemand die een fout heeft gemaakt niet levenslang veroordeelt.
Op de radio klonk een oproep om mensen niet altijd maar aan de schandpaal te blijven nagelen. Vergeving dus.
Jezus delft op een waardige manier het onderspit. Hij gaat niet mee in wraakgevoelens.
Hij zegt tegen ons: ‘Jij kunt heus ook wel eens voor iemand door de knieën gaan.
Van gangbare geloofsopvattingen of theologie trok Jezus zich niet zo veel aan.
Stel dat Jezus zijn Bergrede nu zou houden, denkt u dat mensen zijn boodschap oppikken?
Iemand in de krant van gister, een columnist, dacht van wel.
Van al de gebeurtenissen sinds het begin van dit nieuwe millennium kun je zeggen,
dat we gaandeweg wel meer gaan begrijpen dat onze wereld één wereld is.
Die de liefde waar Jezus over spreekt nodig heeft om te kunnen blijven bestaan.
Wij hopen en bidden dat het verhaal van Jezus voor ons allen en in de wereld
deze liefdevolle betekenis houdt; dat wij leven van genade.
En niet alleen van de tevredenheid over ons zelf en ons oordeel over het noodlot van een ander mens.
Bijvoorbeeld van iemand zoals Judas.
Laten we dat uitdragen met elkaar. Daarvoor gaan we straks aan tafel. En Jezus zegt:
‘Ik laat u mijn vrede.’
Amen.