Overdenking bij de afscheidsdienst van ds. Matthy Bijleveld op 5 juli 2020
Lieve mensen van kerk, dorp, stad en land,
Vier jaar geleden bij de Intrededienst was er een afbeelding van de schilder Marc Chagall.
Dat was een afbeelding van Mozes bij een brandende struik. Uit de struik sprak een stem. Een oproep: ‘Ga, doe iets.’
Nu is er opnieuw een afbeelding van deze schilder. Waarom Marc Chagall? Is hij de kunstenaar die men het meest moet bewonderen? Nee, dat hoeft niet. Maar hij is een prettige schilder voor een predikant, die een afbeelding zoekt. Veel mooie, bijna dromerige afbeeldingen gemaakt
bij bijbelse verhalen. Niet eens vanuit specifiek christelijke hoek.
Hij was een Jood met een fascinerend levensverhaal, onlangs tijdens de eerste Corona-weken verteld door Jeroen Krabbé. Zijn schilderijen zijn kleurrijk en allerlei beelden lopen door elkaar. Wat een verhaal kan oproepen wordt getoond.
Het is mooi en romantisch en de harde werkelijkheid staat er ook op.
Dat kan tegelijk op één schilderij.
Vier jaar geleden kreeg ik een afbeelding van een vrijwilligster van het UMCG in Groningen van deze dansende Mirjam met haar vriendinnen.
Die had ik niet eerder gezien.
(Zie: illustratie: Dansende Mirjam, Marc Chagall)
De afbeelding sprak me aan door de vrolijkheid en de kleuren. ‘Daar wil ik ooit een preek bij maken’, dacht ik. Jaaaaaa, preken… goede genade. Dat zal je maar moeten over een tekst als Exodus 15, 1-18. Een tekst met wraaklust. En veel van de wraak wordt aan God toegeschreven. Maar misschien ook wel voor te stellen als je jarenlang bent onderdrukt en dat de onderdrukker dan ten onder gaat. Maar toch…
Tegenwoordig zeggen we overweging of meditatie, ter overdenking…. Klinkt wat prettiger, geen gepreek! Hoewel…
In 2016 ging het in de Intredeviering over heilige grond. Want Mozes, de broer van Mirjam, moest, voordat hij die grond kon betreden, zijn schoenen uit doen. Hij nadert een geheim.
Vanuit de brandende braamstruik maakt de Eeuwige aan Mozes zijn naam bekend.
‘Ik ben, ik ben aanwezig, ik ben erbij’, dat is mijn naam.
De hoop daarop, op de mogelijkheid van aanwezig zijn, het geheim van het leven en wij samen,
is het begin.
In het werk voor de Kloosterkerkgemeente probeerde ik dat. Erbij te zijn. In naam van het geheim van het leven. De heilige grond van ieders leven betreden. Schoenen uit doen, dus. Op kousenvoeten.
Ik ben begonnen met de leden van de Kerkenraad te bezoeken en zo verder en verder. Het zijn vele bezoekjes geworden. Ik heb ervan genoten om samen in gesprek te raken. Vertellen over hoe het leven tot nu toe is gelopen en welke rol het geloof en de kerk daarin spelen. En over de onderlinge band met elkaar en de geschiedenis van het dorp.
Het geloof is een verhaal, dus heb je woorden.
Zo mooi omschreven in het begin van het bijbelboek Johannes. Één van de vier versies van het levensverhaal van Jezus.
Johannes 1, vers 1:
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God.
Dat is wat: God en het woord vallen samen…
Dat geeft te denken. Het maakt stil. Hoe onthand we ons voelen als we elkaars’ taal
niet verstaan. Zónder woorden kunnen we niet. En mét woorden kom je er niet helemaal.
Het blijft een poging. Er blijft een geheim, maar spreken is heel belangrijk!
In het geheim, die niet zo gemakkelijk te begrijpen ruimte tussen mensen,
proberen we respect te hebben voor elkaars’ leven.
Levens die zo verschillend kunnen zijn.
De één is rijk geboren met alle kansen,
de ander armoedig opgegroeid met minder mogelijkheden. Hopelijk waren er liefhebbende ouders, dat verzacht veel.
Een ander start met onveiligheid in de jeugd en dáárdoor met veel achterstand.
Is zoiets ooit weer goed te maken?
Het maakt voor het verhaal van ons leven uit of we:
-wit of zwart worden geboren
-als homo of als hetero, en alles daartussen in
-we makkelijk konden leren of juist niet
Zo verschillend is ieder verhaal. Het is heilige grond.
We doen onze schoenen erbij uit en buigen het hoofd.
Met een genadige blik, zoals Jezus dat deed, met uitgesteld oordeel, nooit voor dat het hele verhaal is verteld. En dan nog in verbondenheid. Omdat ieder ongeacht de achtergrond iets van het leven probeert te maken, maar dat ook kan mislukken.
En dan nog een paar van die mooie regels uit Johannes 1: (4) In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. (5) Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
Het spreken van woorden heeft het doel van verlichting: Licht in de duisternis geven en het leven minder zwaar maken.
In de Kloosterkerk hebben we elkaar ontmoet in vieringen waarin er veel mogelijk was. Wat we samen ook bedachten het kon allemaal. Dat heb ik als heel plezierig en stimulerend ervaren.
In de diensten je ook openstellen voor mensen die achterstand in het leven hebben opgelopen. Je om hen bekommeren zonder je boven een ander te verheffen. In de Diaconale projecten, streven naar sociale gerechtigheid. Niet alleen met woorden belijden, maar dat je ook doet waar je in gelooft. ‘Er zijn’. Zoals gastvrijheid tonen aan onze Iraanse medegelovigen die nu tijdelijk in Ter Apel verblijven.
Bij het bijbelverhaal zoeken we afbeeldingen of foto’s. Zoals ook werd gedaan in de tentoonstelling: ‘Zie mij’, die anderhalve maand voor de corona-crisis uitbrak in het Kloostermuseum is geopend. Met het prachtige bijbehorende boekje: ‘paradisewill.com’ van Caroline Waltman, dat nog steeds in de winkel van het museum te koop is. Het is tijd voor afscheid met een vrolijke afbeelding. Een vrouw, Mirjam is haar naam, die haar tamboerijn pakt, en van zich laat horen: ‘Zing voor het leven! Soms na pittige strijd. Een beeld voor ons allemaal om het leven en het geloof te vieren in de hoop dat dit toch altijd weer kan.
De ernst en de speelsheid horen bij elkaar. De twee horen met elkaar in evenwicht te zijn.
De kerk moet opletten dat het niet te ernstig wordt. Het hoeft niet altijd diep te gaan.
In de afgelopen weken hebben we onze tijd met elkaar ook gevierd in de tuin van de pastorie.
Eén keer ging het niet door vanwege het weer. Wie weet kunnen we daar een mouw aanpassen.
Gelukkig ontmoeten we elkaar hier in deze mooie tent. Kamperen mag weer, gelukkig!
Tot slot wil ik u van de Kloosterkerk, de Regenboog en de Willibrordus-parochie allemaal
hartelijk danken voor de samenwerking, gastvrijheid en openheid.
Voor de verrijkende tijd met elkaar.
Zoals we dan in de kerk zeggen: ‘Ga door de tijd met de Eeuwige en houdt uzelf en houdt elkaar in het oog! Of met andere woorden: ‘Leef het leven, wees ménselijk, voor iedereen.’
Amen
Matty de Vries zingt: ‘Als de liefde niet bestond.’/ Toon Hermans