Welkom » Overdenkingen » ‘Mens, doe recht!’ door ds. Matthy Bijleveld op 13 oktober 2019

‘Mens, doe recht!’ door ds. Matthy Bijleveld op 13 oktober 2019

Gemeente van Christus, ieder hier aanwezig,

Er is een joodse verhaal, het als volgt: Op de avond van de grote sabbat keerde een rabbi
van een klein Pools stadje terug uit de synagoge. Toen hij thuiskwam vond zijn vrouw
dat hij er erg vermoeid uitzag. Ze vroeg: ‘Wat scheelt eraan?, is er iets wat je dwars zit?’
‘Ach, lieve vrouw van me’, antwoordde de rabbi,‘ het preken viel me vanavond zwaar.
Ik heb verteld over de armen en alle dingen die ze nodig hebben om waardig paasfeest te vieren en die steeds maar duurder worden.’ ‘En heb je met je preek nog iets bereikt?’
‘Ach, de helft heb ik voor elkaar, de armen zijn bereid om te ontvangen. Maar de andere helft baart me zorgen…’

Delen en ontvangen is ook in onze tijd een brandende kwestie.
Het roept tijdens de voorbereiding van de gezamenlijke Werelddiaconaatdienst
bij beide diaconieën verzuchting op. De nood is zo groot. En de bereidheid bij de mensen, die alles hebben wat hun hart begeert, eigenlijk zo klein.
Er is een kloof tussen arm en rijk, die wordt zelfs groter. De middelen van een dorpsdiaconie zijn heel beperkt. Het is een moedeloos gevoel. Net als de rabbi ligt de verzuchting: ‘Ach’, op de lippen. ‘Wat kunnen wij nu werkelijk bijdragen?’

En dat herkennen wij als individu ook. Als we eerlijk zijn denken ook wij vaak genoeg:
‘Er is zoveel nood, er is geen beginnen aan, laat maar, waarom zou ik me ermee vermoeien?
Ik heb al genoeg aan mijn hoofd. En als diaken krijg je zoveel verzoeken binnen tot het steunen van goede doelen. Waar kies je dan wel en waar kies je níet voor?

De gelezen bijbeltekst komt uit de profeet Micha. Het was de tekst die afgelopen voorjaar
werd gelezen tijdens de uitvaart van professor dominee Ruurd Veldhuis uit Bellingwolde.
Hij ging zowel in de Regenboog als in de Kloosterkerk voor.
Hij begon zijn werk ooit als docent ethiek in Kameroen. Daar is hij 8 jaar geweest.  Bij terugkomst in Nederland bleef hij als secretaris van de Raad voor de Zending jarenlang actief betrokken bij het leven van christenen elders in de wereld. Toen hij terugkwam in Groningen gaf hij ethiek aan de theologische faculteit. Daar heb ik les van hem gehad.
Hij kon aansprekend en verhelderend college geven. Een van de belangrijkste dingen die hij over ethiek vertelde en wat me bij is gebleven is dat je veel kunt lezen over het goede of juiste handelen, maar dat deze kennis maar in 5% van alle gevallen leidt tot goed gedrag.
Wat werkelijk tot navolging leidt is het gedrag van helden of van heiligen.
Wat ons inspireert tot  goed gedrag is het uitzonderlijke gedrag van enkele helden of heiligen.
Mensen die écht iets voor de goede zaak over hadden of hebben. Dat raakt ons veel meer dan preken over wat je wel of niet moet doen!
We denken dan aan Ghandi, moeder Teresa, Mandela, Maarten van der Weijden en
ook Greta Thunberg. Mensen die echt zijn en alles voor de goede zaak over hebben, zij maken indruk. Dit geldt ook voor Jezus.  Bv. als hij spreekt over de linker wang en de rechter wang.
Als iemand je slaat, keer hem dan je andere wang ook toe…
Dat zijn dingen die wij van nature niet doen. Dat zet ons tot nadenken.

Helden en profeten, zoals de oude profeet Micha uit het oude testament. God spant een rechtszaak aan tegen zijn volk, zijn gemeente. En vraagt zijn volk:
‘Wat heb ik jullie misdaan waardoor je je zo van mij hebt afgewend?’
In een joodse rechtbank heb je twee getuigen nodig. Daarom roept God de bergen en de heuvels erbij. God klaagt zijn volk aan. Hij eist geen gehoorzaamheid, maar vraagt hen wat hijzelf fout gedaan heeft dat het zover kon komen.
God gaat bij zichzelf te rade.
‘Wat had ik anders kunnen doen om in een goede relatie tot jou te komen?’
En somt dan op wat er in de geschiedenis is gebeurd:
-Israël, heb ik jullie niet weggevoerd uit de slavernij van Egypte, naar de vrijheid?
-Heb ik jullie Mozes, Aäron en Mirjam niet gestuurd om jullie voor te gaan?
Mozes geeft de wet, Aäron regelt offers voor de verzoening en Mirjam geeft instructie aan de vrouwen.
-Ik heb jullie geholpen toen Balak en Bileam jullie bedreigden.
-Ik heb je geholpen tegenover de macht van deze koning van Moab en de bezwering van de tovenaar Bileam.
-‘Ben je vergeten wat er gebeurde tussen Sittim en Gilgal?’ Sittim is de plaats aan de overkant van de Jordaan, de laatste plaats voordat men Kanaän introk. En Gilgal is de eerste plaats waar men eenmaal door de Jordaan heen, zich vestigt.
Jozua zet er twaalf stenen rechtop als zichtbaar teken van Gods hulp, nadat Hij de Jordaan drooglegde net als eerder de Schelfzee.
‘Ben je vergeten, Israël, dat Ik jullie door de Jordaan heen in dit land heb geleid?’

God, moet de mens altijd weer een spiegel voorhouden. Van nature zijn we niet geneigd om dat te doen wat moet worden gedaan.
Maar na de opsomming van alle daden van bevrijding die God zijn volk heeft getoond
komt de boodschap aan. Het volk wordt wakker en komt tot bezinning en ook tot inkeer.
Wat kan de gemeente, Gods’ volk doen om het goed te maken?
Wat kunnen wij de Ene aanbieden om hem hulde te brengen?
Er wordt wanhopig gezocht wat dit zou kunnen zijn?! Er volgt opnieuw een opsomming:
-Moet ik hem tegemoet treden met brandoffers, zou hij eenjarige stieren aanvaarden?
-Kan ik hem gunstig stemmen met duizenden rammen, met olie, stromend in tienduizend beken?
-Moet ik mijn oudste kind geven voor wat ik heb misdaan, de vrucht van mijn schoot voor mijn zondig leven? Dat laatste komt ons cru voor en rigoureus op ons over.
Maar hier is de mens, die zich tekort voelt schieten tegenover God, de wanhoop nabij,
omdat hij het niet weet hoe hij de relatie met God, -de bron van het Leven-, kan herstellen?!
En dan komt er een onthutsend eenvoudig antwoord. Of tenminste zo klinkt het.
‘Geen groter woord en met meer kracht, dan Micha zes en wel vers acht’, zei ooit iemand.

En een president van de Verenigde Staten, werd ooit bevestigd in zijn ambt en toen naar Amerikaanse gewoonte de eed werd afgenomen, terwijl hij een hand op de bijbel legde. Deed hij eerst nog iets anders. Hij opende de bijbel en zocht net zolang tot hij deze plaats vond, Micha 6,8 en hij zei: ‘Hierin wordt mijn werk als president samengevat’.

En dan volgt de samenvatting: recht doen, trouw liefhebben en bereid zijn de weg met God te gaan. Het klinkt kort en krachtig. Overzichtelijk, en verhelderend als ooit de colleges van Veldhuis aan de theologische faculteit. -Mens doe recht! Met andere woorden: laat anderen tot hun recht komen.
Europa neem je verantwoordelijkheid en laat Griekenland niet alleen zitten met het overvolle vluchtelingenkamp Moria, op Lesbos. Waar het leven mensonterend is geworden.
Nederland neem je verantwoordelijkheid ook voor zaken waar je liever voor weg loopt. Zoals Syriëgangers uit eigen land. Als je niets doet vormen zij voor iedereen een gevaar…
-Houd vol en heb vriendschap lief.
Vorige week was het de week van de eenzaamheid. Er werd ons gezegd hoe belangrijk onze contacten te onderhouden. Dus om trouw te zijn in vriendschap. Zo ook bescherm je jezelf tegen eenzaamheid op je oude dag. -En ga met God…

Het is vreemd hoe een mens aan zijn of haar bezit kan vast zitten. Ieder van ons herkent dit.
Maar toen de bus van ons reisgezelschap waarmee wij ooit eens in Mexico waren werd overvallen wisten we heel duidelijk dat we bereid waren om al ons geld af te geven als ons leven maar werd gespaard…Vreemd dat je eerst in levensgevaar moet komen om te merken dat je niet meer zo vast zit aan je bezit.

Doe recht, heb trouw lief en ga met God. Als individuele christen, én als plaatselijke diaconie.

Deel wat je hebt, je kunt elke zondag weer bij de mensen aankloppen voor andere, nieuwe diaconale doeleinden.
De broeders van Taizé zijn stille helden en vragen ons om ‘de misdeelden’ te laten delen in onze overvloed. We moeten er zelfs niet voor terugschrikken om door hen lastig gevallen te worden. Laat je leven aan hen binden. Dat is de weg waarop Jezus ons voorging.
De armen zijn bereid om te ontvangen, zoveel wist ook de rabbi,
En wij? Zijn wij bereid om te geven en zó hartstochtelijk de eenheid van Christus te zoeken?
Zo goed is het verwoord in de regel van de broeders van Taizé: U kunt het voor uzelf nog eens opnieuw lezen.

Deze regel betekent dat we echt moeten delen. Een diaconie moet geen geld bezitten, maar uitdelen. Eerlijk delen. En ons ervan bewust zijn, dat onder alle problemen van onze wereld,
de oneerlijke kloof tussen arm en rijk ligt!

Telkens opnieuw moeten wij ons afvragen: ‘Wat is onze christelijke taak?, hoeveel kunnen we bijdragen? Daar is deze dienst voor, het is de taak van de diaconie, geholpen door ons allemaal.
Amen.