Welkom » Overdenkingen » God liefhebben, hoe doe je dat? door ds. Melle Leffers op 15 mei 2022

God liefhebben, hoe doe je dat? door ds. Melle Leffers op 15 mei 2022

Overweging bij Deuteronomium 6:1-9 en Johannes 13:31-35

Dat stuk uit Deuteronomium dat wij net lazen, is niet zómaar een Bijbelgedeelte. Voor gelovige Joden klopt in deze tekst het hart van de bijbel.
Dit is het centrum van het Joodse geloof. Als er dienst is in de synagoge, dan klinken déze woorden. Als ze thuis of bij de Klaagmuur bidden, klinken deze woorden. De Joodse gelovige staat er letterlijk mee op en hij gaat er mee naar bed. Het zijn de eerste woorden die een pasgeboren kind in de oren worden gefluisterd.
En –als het mogelijk is- de laatste die een mens hoort wanneer hij gaat sterven.
Het hele leven –van de wieg tot het graf- is doordrongen van: ‘Luister Israël: de Heer is onze God; de Heer is de enige! Heb daarom de Heer lief met heel uw hart en ziel en met inzet van al uw krachten’.
Het Sjema heet het. Naar dat eerste woord: ‘Luister’! Het volk moet luisteren! Maar wat valt er dan te hóren? Geboden! Wetten! Regels! Niet iets waar wij nou direct enthousiast van worden.
Géboden en vérboden ervaren wij al gauw als een inbreuk op onze privacy. Als een inperking van onze vrijheid. ‘Je zult dit of je zult dat…! Of je zult juist niet!’
Sommigen onder ons herinneren zich de wekelijkse voorlezing van de tien geboden. Sommigen missen die oude vertrouwde klanken. Anderen hebben er minder warme gevoelens bij: altijd maar weer horen wat wel en niet mag! Altijd weer die eisen en plichten! Het voelde als een last die je neerdrukte.   Des te meer kun je je erover verbazen hoe ánders Israël met de geboden omgaat.
Zij zingt er zelfs een loflied op! En wat voor één! Nota bene de aller-langste psalm die we kennen: psalm 119! Israël heeft er zélfs een heel feest aan gewijd! Het feest van de Vreugde der Wet.
Dan wordt er gedanst en gezongen met de wetsrollen in de armen! Zien wij het al voor ons? Samen in de polonaise om de tien geboden? Blijkbaar luistert Israël met andere oren.
Zij spreekt dan ook liever niet van regels en geboden, maar van Thora. Van wóórden die wegen wijzen. Als een lamp voor onze voet en een licht op ons pad.
Woorden die niet kleinhouden en beperken, maar juist ruimte scheppen. Woorden die helpen om goed en zinvol te leven met God, met jezelf en met anderen.
Woorden als goddelijke richtingwijzers die je wégleiden uit de ellende van Egypte. En die je heenleiden naar het land van Gods dromen: het land van vrijheid en vrede. Van rust en overvloed. Daarom begint Israëls geloofsbelijdenis met die woorden: ‘Luister Israël’! Om direct te vervolgen met: ‘Heb de Heer je God lief met heel je hart, met heel je ziel, met heel je verstand en met heel je kracht’!

‘Heb God lief!’ Dát is Bijbeltaal! De Bijbel zegt niet: je zult in God geloven. Want wat betekent dat nou: in God geloven? Dan houd je er een serie opvattingen op na. Maar dat ZEGT nog zo weinig! Het gaat erom God lief te hebben! En daar is niets zweverigs aan. Dat is gewoon levenspraktijk.
God liefhebben heeft te maken met vragen als: hoe leef ik mijn leven? Wat voeg ik toe? Hoe ga ik om met de ander tegenover mij? Met de mens naast mij? Met de schepping?
Hoe ga ik om met de fouten die ik maak? Met de zorgen die mij soms wakker houden? Wat is wijs en wat is goed? Wat dient deze wereld en wat niet?
Het zijn de alledaagse vragen die de kern van het leven raken. Daarom wordt er in Deuteronomium ook alsmaar zo op gehamerd:  ‘hou ze in gedachten die woorden… spreek erover… prent ze je kinderen in…’. Want al doende houd je als mens het geloof levend! Door deze woorden keer op keer te herhalen én te verbinden met je eigen leven.
Met de praktijk van alle dag. Met wat je overkomt en meemaakt. Met de keuzes waarvoor je komt te staan.
‘Draag die woorden als een teken om je arm… bind ze als een band op je voorhoofd… schrijf ze op de deurposten van je huis en op de poorten van je stad’.
In de Joodse traditie hebben ze dat letterlijk opgevat. Aan de deurposten en aan de poorten, overal hangen herinneringstekens. Mezoeza’s genaamd: kokertjes met de tekst uit Deuteronomium 6. Om het maar niet te vergeten… En als ze gaan bidden, binden ze hun gebedsriemen om hun linkerarm, dichtbij het hart. En een riem met een kokertje om hun hoofd.
Om het als het ware lijfelijk te voelen, die roep van Godswege:  ‘Luister Israël, de Heer onze God, de Heer is de enige’! Heb lief…
In de vorige vertaling stond trouwens: de Heer is één! Dat wil zeggen: ongedeeld! Met andere woorden: Hij is te vertrouwen. Woord en daad vallen samen.
Hij heeft geen twee gezichten. Geen dubbele agenda’s. Je weet wat je aan Hem hebt. Je kunt van Hem op aan! En deze ene God vraagt maar één ding van zijn volk: om ook één te zijn.
Mensen uit één stuk. Op wie Hij op zijn beurt aankan.

‘Heb de Heer je God lief met heel je hart, met heel je ziel, met heel je verstand en met heel je kracht’! ‘God liefhebben’ staat in de bijbel gelijk aan: het leven volgens de Thora. Doen wat goed is in Gods ogen. ‘Dan zal het je goed gaan in het land dat God je heeft beloofd’, zo klinkt het bij herhaling in Deuteronomium. En dan gaat het om méér dan dat kleine stukje grond in het Midden-Oosten, aan te wijzen op de kaart. Dan gaat het om de kwaliteit van het samenleven.
Het land waarheen de Eeuwige zijn volk leidt, is het land waar van vrede en overvloed, het land waar ze vrij en veilig zullen wonen. Maar of dat land er echt gaat komen hangt samen met het al dan niet houden aan leefregels. Daarom wordt steeds op gehamerd: ‘leef de geboden, die God je voorhoudt zorgvuldig na, DAN zal het je goed gaan! Dan pas kan er echt sprake zijn van het land waarvan God droomde en dat Hij mensen heeft beloofd.
En ja, dan gaat het heel concreet om woorden die niet doden, maar leven brengen; woorden die niet scheiden, maar verenigen; woorden en daden die niet afbreken, maar opbouwen; niet leiden tot oorlog, maar tot vrede.
Geen wonder dat op andere plaatsen in de bijbel het ‘liefhebben van God’ wordt uitgebreid met: ’heb je naaste lief als jezelf’. Alsof de bijbel wil zeggen: laat daar vooral geen misverstand over bestaan. God liefhebben IS je naaste liefhebben. God is niet los verkrijgbaar. Kies je voor Hem, dan kies je ook voor mensen!

Liefde is ook het kernwoord in het evangelie van deze 5e Paaszondag. In gedachten gaan we terug naar Witte Donderdag. Op de avond van de laatste maaltijd met zijn vrienden spreekt Jezus over zijn naderende dood. En met de voetwassing geeft hij een treffend voorbeeld hoe hij God en mensen liefheeft tot het einde. Vervolgens geeft hij zijn leerlingen een nieuw gebod.
Niet langer geldt: ‘heb elkaar lief zoals jezelf’ maar ‘zoals ik, Jezus, jullie liefheb, zo jullie ook elkaar’. Jezus zélf wordt het criterium van wat liefde mag heten!
Maar kunnen wij dat? Kunnen wij anderen liefhebben met dezelfde onvoorwaardelijke liefde waarmee Jezus ons liefheeft? Dat wordt nog een hele klus…
Uit onszelf redden we dat niet, ben ik bang. Daarvoor moeten wij echt de Geest krijgen. De Geest van GOD – zoals die in Jezus was. De Geest die in staat is ónze geest te openen en te bezielen.
Te veranderen en te vernieuwen. ‘Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn’. Dat is Jezus’ opdracht aan ons.
En dan denk ik: gelukkig maar dat het ook nog Pinksteren wordt. Dat die Geest van liefde zal uitwaaieren over de aarde… om mensen aan te blazen… aan te vuren tot liefde die zichtbaar en voelbaar en ervaarbaar wordt. Waar dat gebeurt, zullen mensen zien dat wij zijn leerlingen zijn.