‘Dankbaarheid’ door ds. Matthy Bijleveld op 19 mei 2019
Geliefde aanwezigen, iedereen die er is in dit huis van zin en betekenis van het leven,
Op 4 mei, nog maar net geleden, werd aan verschillende mensen op de Dam gevraagd waarom ze die avond naar die plek in Amsterdam waren gekomen.
Wat mij trof is dat bijna alle ondervraagden antwoorden dat ze dankbaar zijn dat ze in vrede leven
en dat dat voor hen ook een van de redenen was om naar de Herdenking te komen.
Dat hoor je niet meer zo vaak. Dat mensen zeggen dat ze dankbaar zijn.
Maar op 4 mei, als de doden van oorlogen worden herdacht, is dit wel een belangrijk woord.
Ik denk dat het een woord is dat nieuwe aandacht verdiend. Het is niet alleen een belangrijk woord voor de Dodenherdenking. Het is een belangrijk woord voor nu.
Het is een woord dat ons samenleven aangenamer kan maken. En vast ook rechtvaardiger.
Maar daar gaat wel wat aan vooraf. Daarvoor is het noodzakelijk om te kijken wat er voor nodig is om te kunnen danken. En wat ons afhoudt van dankbaar zijn. Op deze zondag van meditatie en de poëzie kijken we naar Bijbelse poëzie
Psalm 145. Die deze keer voorgelezen is uit de Naardense Bijbelvertaling.
Het is een lofpsalm waarin zegenen en danken centraal staan.
Deze vertaling staat heel dicht bij de Hebreeuwse grondtekst. En nog iets opmerkelijks: het is in de tegenwoordige tijd geschreven. Daardoor is het alsof de tekst zich vandaag afspeelt.
Het gebeurt nu. Ik vind het om deze beide redenen een mooie vertaling.
Al is die om voor te lezen minder vloeiend dan de NBV, maar juist daardoor ga je misschien wel beter opletten.
De schrijver wil God zegenen. De reden die hij noemt is dat God de Hoogste is. De Barmhartige.
Dit betekent veel voor hem. Zegenen gaat over loven en prijzen.
De dichter roemt de Goedheid van God, omdat die groot is en niet te doorgronden.
Wat maakt God zo groot, dat de psalmdichter hier niet over uitgepraat raakt?
Dit komt omdat God genadig is en ontfermend, lankmoedig is, en niet snel verstoord, veel kan verdragen en groot is in vriendschap.
Voor allen is de Eeuwige, het Alles goed: en deze goedheid betreft alles wat gemaakt is.
Dat zeggen we niet zomaar na. Hoezo zo lovend? Wat voor groots heeft de schrijver meegemaakt
dat hij niet uit kan over het Leven met een hoofdletter?
– Is hij verliefd?
– Of vader geworden misschien?
Voor ons nuchtere Noordelingen is het misschien wel allemaal wat overdreven.
Nee, niet bij deze lofzanger. Hij ervaart het leven als een groot geschenk.
En de gever van dit geschenk verdient van hem alle lof! Juist om de vriendschap, het incasseringsvermogen.
Dat is het tegendeel van een kort lontje wat wij vandaag zoveel in het contact met andere mensen tegenkomen.We hebben veel, leven in een rijk land, maar uiten ons gauw ontevreden.
In onze tijd stellen mensen hoge eisen aan de kwaliteit van het leven.
Veel mensen gedragen zich als verwende kinderen.’
Behalve dat wij nuchter zijn en niet gauw grote woorden gebruiken, zijn er misschien ook genoeg redenen te noemen waardoor we niet makkelijk kunnen danken. Dat geldt dan voor nogal wat mensen. Ondanks veel luxe, zit Nederland met zichzelf in de knoop?
Echte zorgen, materiële zorgen, mensen zonder werk, mensen met ziekte…dat is iets anders,
maar (hoe zit het met) de sfeer in ons land? … de sfeer van politiek en de vraag naar wat Nederland eigenlijk is en wil zijn….
Afgelopen week verbleven we in een tent op Vlieland.
De dagen waren zonnig en helder, met een fris, stekelig windje. Heerlijk.
Maar de nachten waren koud, gelukkig hadden we voldoende dekens en waren er zelfs warme kruiken.
Toch vielen de koude avonden niet echt mee in de tent.
Ik moest denken aan al die vluchtelingen in hun tenten.
– Hebben zij voldoende dekens?
– Zijn er voor hen warme kruiken?
Op Vlieland was het al voorjaar, zij verblijven ook bij winterse temperaturen in hun tent…
Meestal word je niet gelukkig als jij jouw leven vergelijkt met dat van anderen.
Maar als je denkt aan hen die zoveel moeten missen wat jij wel hebt geeft dat te denken…
– Zou ik niet wat vaker tevreden zijn?
– Blij met wat ik heb?
– Blij met mijn werk, een warm huis.
– Familie en vrienden.
– Een land waar we het geluk kennen van meer dan 70 jaar vrede?
– Zoveel om van te genieten.
Hoe kan het dan dat we de bron van alle Leven daar dan niet vaker voor danken?
Dat we het leven niet zegenen om de goedheid en vriendschap.
Niet zelf gezegend willen worden, maar dat wij de bron van alle leven, -van wie wij de goedheid niet kunnen doorgronden- zegenen en danken!
Mei begint met de aandacht voor de oorlog die onze geschiedenis tot op deze dag sterk bezighoudt.
Niet om gemakzuchtig schuld aan te wijzen, maar juist om na te denken over hoe het toch allemaal mogelijk is geweest. Die vernietigende kracht van het kwaad.
In de afgelopen tijd trekt het boek ‘t Hooge Nest’ van Roxane van Iperen veel aandacht. En dat is terecht.
De schrijfster woont in het huis dat ‘het Hooge Nest’ heet, vlakbij Naarden.
In dit huis heeft zich een heel bijzondere geschiedenis afgespeeld.
Ik ben het aan het lezen en ben getroffen door de levenslust, moed en menslievendheid van de twee Joodse zussen Jannie en Lien Brilleslijper. Ze zijn arm maar liefdevol opgevoed in de Joodse buurt tussen de Nieuwmarkt en het Waterlooplein. Hun meegevoel met anderen kregen ze van huis uit.
Hun vrome moeder Fietje had op vrijdag altijd een grote pan soep op het vuur voor de armen.
En tijdens de Eerste wereldoorlog toen er opeens veel Belgische vluchtelingen in haar winkel verschenen
gaf ze bezorgde Belgische moeders zonder geld hun boodschappen mee.
Ze zou het wel op de rekening zetten… En dit is nog maar een voorbeeld van iets betrekkelijk kleins.
Later tijdens de Tweede Wereldoorlog wagen de dochters van Fietje hun leven om mensen in nood onderdak te bezorgen.
Dat raakt: mensen die zelf niet veel hebben en ook zelf worden bedreigd weten hun menselijkheid te bewaren. Zij leven ook in barre tijden naar de waarden die voor hen belangrijk zijn.
Het doet denken aan het laatst gelezen vers van psalm 145:
‘Pal staat de Ene voor al wie vallen, voor alle gekromden is hij het die opricht.’
Hoewel de zusjes Brilleslijper zelf niet religieus zijn, hun levensovertuiging is het communisme,
staan zij pal voor wie in hun omgeving vallen. En met hun menslievendheid komen zij op voor de mensen die door het geweld van de oorlog gekromd zijn.
Kortom zij brengen in praktijkwaar rechtvaardigheid en mededogen over gaan. Niemand laten ze aan de deur staan.
Via Westerbork zijn ze vertrokken. Hier niet ver vandaan. Opnieuw komt via dit boek de hele geschiedenis vlakbij. Maar er is meer in de wereld dan onze eigen geschiedenis. Er is ook de geschiedenis nu en de vraag naar verantwoordelijkheid vandaag.
Op welke manier bepaalt onze overtuiging ons leven? Dat is de vraag waarbij wij op zondag stil staan.
Ik vraag mezelf af en toe af ‘wat zou ik zelf doen als ik onder druk kom te staan?’ Dat kun je vaak van te voren niet weten. Maar het is wel iets wat we onszelf soms afvragen.
‘Hebt elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben.
‘Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn,’ sprak Jezus uit aan het eind van zijn leven.
Ons goed begrijpen van ons leven en het feit dat wij veel hebben om dankbaar voor te zijn kan ons helpen dit begrip liefde invulling te geven.
En gaat het ons lukken om het leven lief te hebben? Zodat we dat wat het kapot maakt bestrijden?
Het gevoel over het leven zoals dat in psalm 145 wordt bejubeld: het gaat over goedheid, vriendschap,
iets van een ander kunnen hebben; over schappelijkheid.
En altijd gaat het ook over rechtvaardigheid. Want Jezus staat in de grote traditie van recht en rechtvaardigheid.
Mensen kunnen het zicht op de waarde van het leven kwijt raken.
Door boosheid, frustratie en met name ook door angst. Maar als je hier aandacht aan schenkt kan er nieuwe ruimte ontstaan. Ruimte ook voor dankbaarheid.
Ons dankbaar voelen voor ons leven dat is een grote rijkdom.
En als het onszelf niet lukt om onze boosheid, onze angst de baas te worden misschien kan het helpen hierbij hulp te zoeken…
Want als je kunt danken, als je de bron van alle leven kunt zegenen, ben je een rijk mens.
In de kerk zeggen we: God is goedheid, God is vriendschap.
Daarin gaat het geheim van het Leven ons voor. In dat voetspoor volgen ook mededogen, liefde en recht.
Als wij onszelf toestaan om alle lastige gevoelens die er zijn te mogen voelen; -denk aan frustratie, falen, kwetsbaarheid en angst- dan komt er vast ruimte voor de dankbaarheid.
Dan gaan we straks naar buiten en zegenen wij de bron van het Goede en kunnen we opnieuw of voor het eerst dankbaar zijn dat wij leven.
Dan zullen we de waarden die Jezus ons voorhield met elkaar hoog willen houden: mededogen, vriendschap en rechtvaardigheid voor al Gods’ maaksels.
Dat zal ons milder maken tegenover iedereen die het minder goed getroffen heeft dan wij zelf.
Op zo’n manier dat mensen dat aan ons kunnen merken. Misschien moeten we ook de programma’s van de politieke partijen voor de verkiezingen van Europa met deze ogen bekijken om te komen tot een goede keuze deze week.
Amen.